Tekenen van een verslaving
Verslaving is een verraderlijke ziekte. Ze ontwikkelt zich meestal geleidelijk in de loop van de tijd, waardoor de ernst van het probleem gemakkelijk aan de aandacht van naaste familieleden ontsnapt. Daar komt nog bij dat de natuurlijke neiging van naaste familie is om het probleem te ontkennen en te bagatelliseren, om nog enig gevoel van normaliteit te behouden.
Als je vermoedt dat een familielid verslaafd kan zijn aan alcohol of stoffen, maar je bent niet zeker van de ernst van het probleem, ga dan na of een van de volgende zaken op de persoon van toepassing is:
- Een onvermogen om te stoppen met gebruiken. De persoon heeft ten minste één serieuze maar onsuccesvolle poging gedaan om de stof of het gedrag op te geven.
- Gebruik en misbruik van stoffen gaan door ondanks gezondheidsproblemen. De persoon blijft de stof regelmatig gebruiken, ook al heeft hij daarmee samenhangende ziektes ontwikkeld.
- Omgaan met problemen. De stof of het gedrag wordt aangegrepen om (of als alternatief voor) problemen het hoofd te bieden.
- Obsessie. Het individu is geobsedeerd geraakt door de stof of het gedrag, en besteedt steeds meer tijd en energie aan het zoeken naar manieren om er toegang toe te krijgen.
- Risico's nemen. Het individu neemt risico's om de stof te verkrijgen of aan het gedrag deel te nemen.
- Het nemen van een grote begindosis. Dit komt vaak voor bij alcoholisten. Het individu kan snel grote hoeveelheden alcohol consumeren om zo snel mogelijk de effecten ervan te voelen.
- Opoffering. Het individu is bereid activiteiten op te geven waarvan hij vroeger genoot om de stof te kunnen blijven nemen of er toegang toe te hebben.
- Het in stand houden van een goede voorraad. Het individu zorgt ervoor dat hij een goede voorraad van de substantie van zijn keuze heeft, ook al kan hij die niet betalen of wordt hem ernstig ongemak bezorgd.
- Geheimhouding en eenzaamheid. Het individu gebruikt de stof alleen of in het geheim.
- Minachting voor veiligheid. Het individu gebruikt de stof in hoeveelheden die onveilig zijn (vooral in het geval van alcohol en heroïne).
- Onderhouden van voorraden. Het individu bewaart kleine verborgen voorraadjes van de stof op onwaarschijnlijke plaatsen (zoals de auto of het kantoor).
- Ontwenningsverschijnselen. Het individu ervaart lichamelijk ongemak wanneer zijn ingenomen hoeveelheden van de stof tot onder een bepaald niveau dalen. Afhankelijk van de stof kunnen ze symptomen ervaren als hunkeren naar, constipatie, diarree, trillen, toevallen, zweten, slapeloosheid en ongewoon gedrag zoals geweld.
- Eetlust veranderingen. Sommige stoffen veranderen iemands eetlust. Zo kan marihuanagebruik de eetlust sterk doen toenemen, terwijl cocaïne de eetlust kan doen afnemen.
- Slapeloosheid. Hoewel slapeloosheid een veel voorkomend symptoom van ontwenning is, kan het gebruik van illegale stimulerende middelen zoals speed of ecstasy ook een verstoorde slaap cyclus tot gevolg hebben.
- Een verandering in het uiterlijk. Iemand kan er slordiger, vermoeider en havaardiger uit gaan zien, omdat het gebruik van de stof of het uitvoeren van het verslavende gedrag belangrijke delen van de dag vervangt, zoals het wassen van kleren en het verzorgen van de persoonlijke hygiëne.
- Toenemende tolerantie. De persoon moet steeds meer van de stof nemen om hetzelfde effect te bereiken.
Een persoon kan een paar van deze symptomen ervaren of vele ervan. Stoornissen in het gebruik van middelen manifesteren zich verschillend bij verschillende personen. In het algemeen geldt: hoe groter het aantal symptomen dat zich vertoont, hoe groter de ernst van de situatie is.
De meeste van de bovenstaande symptomen gelden evenzeer (met de nodige veranderingen) voor proces stoornissen (d.w.z. een verslaving aan een gedrag zoals gokken of winkelen).